Op 30 augustus nam Ellen Pot afscheid van Vrouwenplatform Carree. Hoe kijkt zij terug op 4 jaar bestuursvoorzitterschap? Wat is haar vooral bijgebleven? En met welk gevoel vertrekt ze? ‘De projectleiders en het bestuur boeken zulke mooie resultaten, samen met de vrijwilligers, maar er is ook nog heel veel aan de weg te timmeren’.
Zwolle, 4 september 2019
door Judith van der Woude
Op 30 augustus was Ellen ’s laatste dag als bestuursvoorzitter van stichting Vrouwenplatform Carree in Overijssel. Nadat Ellen het stokje heeft overgedragen in haar laatste bestuursvergadering stel ik haar een aantal vragen.
Ellen je hebt net het stokje overgedragen aan Janine. Hoe is dat?
Het is dubbel. Ik zal het missen maar het geeft me ook ruimte. Als bestuursvoorzitter wil je dingen doen, je bent zo gepassioneerd, en dan neemt het veel ruimte in, los van de tijd die je er in steekt. Die ruimte komt nu weer meer vrij voor andere dingen. Maar ik ga het ook missen: ik vind het werk dat we doen als vrouwenplatform goed, en hard nodig, en heb me er met hart en ziel voor ingezet. In de persoon van Janine van Harsselaar heeft Carree een hele goede nieuwe bestuursvoorzitter gevonden, ik draag het met een heel goed gevoel aan haar over.
Hoe kijk je terug op 4 jaar besturen bij Carree?
Er is veel gebeurd in deze vier jaar. We hebben veel geleerd en ontdekt, en veel bereikt. Maar er is ook nog heel veel aan de weg te timmeren. In het verleden was er een exploitatiesubsidie van de Provincie voor onze organisatie, maar in 2015 veranderde dat. De exploitatiesubsidie viel weg, en voor elk project moeten we nu op zoek naar gelden. Dat betekent dat onze projectleiders daar veel tijd in moeten steken. De projecten zijn nu een voorwaarde om überhaupt te kunnen blijven bestaan. Dan denk ik: lieve maatschappij, kijk hier eens naar, zo’n kleine organisatie met zúlke projecten en resultaten op zo’n specialistisch onderwerp, wil je dat niet koesteren? Vrouwen een stapje hoger te krijgen op de maatschappelijke ladder, daar zou je toch met zijn allen vóór moeten zijn?
Op de projecten die wij doen krijgen wij lokaal, regionaal en landelijk zeer goede kritieken, ook wetenschappelijk onderzocht. Onze projectleiders voeren deze projecten fantastisch uit, dat laten resultaatmetingen ook zien. Maar nu moeten ze, behalve heel goed deze projecten uitvoeren, ook nog zelf voor het geld zorgen. Daar gaat heel veel van hun tijd naar toe, dat kan anders vind ik.
Wij zijn heel blij met de co-financiering van 50% door de Provincie voor bijvoorbeeld het project De Nieuwe Toekomst, maar we hebben ook gemerkt dat voor de andere partijen zoals Gemeenten die andere 50% veel te veel is. Ze hebben het er wel graag voor over, maar het geld ís er gewoon niet in heel veel Gemeenten. Want er is de laatste jaren heel veel op het bordje van de Gemeenten terecht gekomen, zoals Jeugdzorg en WMO, waar relatief al te weinig geld voor beschikbaar is.
Was het een vanzelfsprekendheid voor jou om bestuursvoorzitter van VP Carree te worden 4 jaar geleden?
Ik ben in 2015 gevraagd voor deze functie, omdat van mij bekend was dat ik een voorvechtster ben voor de vrouwenzaak. Dat had ik al van jongs af aan. In het begin van mijn studie psychologie in 1978 hebben we met een aantal studenten de basisschoolboeken onderzocht op rolpatronen. Die waren vrij traditioneel: Vader leest de krant en moeder staat achter het fornuis. Die patronen herkende ik wel van thuis, maar het was niet het toekomstbeeld dat ik voor mezelf zag.
Daar ben ik altijd wel mee bezig geweest, en heb ook gezien dat er maar weinig schot in kwam, ik had gedacht dat dat sneller zou gaan. Ik heb er zelf ervaring in, na mijn echtscheiding woonde ik samen met onze dochter, en haar vader woonde, weliswaar zeer betrokken, ver weg. Dus ik heb veel alleen gedaan, altijd naast een baan. Dus ja, het was heel mooi om in mijn rol als bestuursvoorzitter die ervaring mee te nemen en te kunnen bijdragen aan een stapje extra voor vrouwen in Overijssel.
Welke projecten blijven je bij?
We hebben meerdere projecten lopen momenteel, bijvoorbeeld voor vrouwen die te maken hebben met afstand tot de arbeidsmarkt, of die een migratieachtergrond hebben of die te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Een project waar ik zelf vanuit mijn bestuurlijke functie begeleider in was, is ‘Eigen Kracht Werkt’. Vrouwen koppelen aan beroepen in de techniek. En werkgevers uitnodigen om er ook voor vrouwen te zijn. Dat project ken ik daardoor inhoudelijk heel goed. Maar ik blijf alle projecten volgen, en onder de aandacht brengen van mijn netwerk natuurlijk.
Waar haal jij je inspiratie vandaan als het gaat om de verbetering van de positie van vrouwen?
Begin jaren 80 las ik het boek van Simone de Beauvoir: de tweede sekse. Ik verbaasde me erover dat het boek al bijna 40 jaar oud was. Want wat er in stond was nog steeds actueel. Een bekend citaat uit het boek is ‘Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt ‘. Ik had met een vriendin afgesproken: elke maand lezen we 100 pagina’s, en dan bespreken we het. Dan bedachten we ook opdrachten of dilemma’s voor elkaar. Bijvoorbeeld ‘Als je ooit een dochter krijgt, laat je je man dan kleertjes voor haar kopen?’ Daar spraken we dan over, en zo verkenden we de ideeën van Simone de Beauvoir. Hierdoor werd ik me nog bewuster van de noodzaak van een verandering in de positie van vrouwen.
Ook uit een heel andere hoek haal ik inspiratie. Ik heb 5 jaar op Curaçao gewoond, daar zag ik hoe een groot deel van de mannen op een heel vanzelfsprekende manier zorgt voor kinderen, en voor het huishouden. Hoe de zorg vanzelfsprekend werd verdeeld tussen mannen en vrouwen. Bijna alle vrouwen daar werken full-time, en dat kan ook, want de voorwaarden daarvoor zijn er: op bijna elke hoek van de straat is betaalbare kinderopvang. Toen ik zwanger was vroeg niemand daar aan mij ‘blijf je gewoon werken?’. Het hebben van jonge kinderen is daar geen belemmering om te werken als vrouw. Maar toen ik tijdens de zwangerschap even in Nederland op vakantie was vroeg iedereen ‘hoe ga je dat doen straks?’. En die vraag is nu, 30 jaar verder, nog niks anders.
Toen ik na 5 jaar weer in Nederland kwam wonen met mijn dochtertje verbaasde ik me erover hoe het georganiseerd was, zo onhandig vooral, als je werk en gezin wilde combineren. Twee keer per week een zwemles van 25 minuten rond etenstijd bijvoorbeeld.
Heb je dit zien veranderen?
Ja, er verandert wel iets hoor. Kinderen tussen de middag laten overblijven bijvoorbeeld, dat kan nu bijna overal wel. Dat was toen nog niet zo.
Nog een heel andere inspiratiebron die ik graag wil noemen: wie ik echt een voorbeeld vind is Khadija Arib, de voorzitter van de Tweede Kamer. Nadat zij een kamerlid aansprak over een grappig bedoelde opmerking over vrouwen, die helemaal niet grappig was, heb ik haar een mail gestuurd, waarin ik vertelde dat ik het krachtig vond dat ze dit zo had gedaan, hem er op aanspreken. Ik was vast niet de enige die haar iets stuurde, maar ze heeft het gelezen, ik kreeg een bedankmailtje van haar terug.
Een vraag van je collega’s: hoe kijk jij aan tegen vrouwelijkheid? Ze voorspelden dat je iets gaat antwoorden met de woorden kracht en kwetsbaarheid erin.
Nee, nee, dat is niet hoe ik er tegenaan kijk. Kracht en kwetsbaarheid zijn niet de woorden die ik zou gebruiken als ik vrouwelijkheid moet beschrijven, want iedereen definieert die begrippen anders. Nee, het is allemaal biologie, zo kijk ik er tegen aan. Vrouwen krijgen baby’s, en koesteren die baby’s, ze zijn heel verweven met ze. Dat herken ik ook. Dat je een soort stippellijntje om je heen hebt als vrouw: waar is de grens tussen mij en mijn baby, mijn kind. En al heb je een man die heel goed kan zorgen, dan heeft hij toch meer een vaste lijn om zich heen, een doorgetrokken lijn. Zo van: ‘dit ben ik’. Snap je het beeld? Daarom vind ik het ook heel belangrijk dat vaders, in hun anders-zijn, een bijdrage leveren aan de opvoeding, juist ook van hun dochters.
Zeg je dan dat vrouwen wat meer aan die doorgetrokken lijn zouden moeten werken naar jou idee?
Nee, ik zeg dat die vaders door hun betrokkenheid en mede-opvoeden hun kinderen, en daarmee ook hun dochters, die doorgetrokken lijn laten zien, voorleven. Waardoor er meer gedragsrepertoire kan ontstaan, juist bij dochters belangrijk.
Ben je zelf ook een inspiratiebron voor anderen?
Ja, ik denk het wel. Ik draag bijvoorbeeld altijd uit dat wij vrouwen niet onbedoeld in de slachtofferrol moeten zetten. Dan doen we soms met taal, met de woorden die we kiezen, in projectvoorstellen bijvoorbeeld. Ik heb erop gehamerd, en ik zag het gaandeweg veranderen, heel goed is dat!
In onze projecten gaat het om vrouwen die een steun in de rug kunnen gebruiken op een bepaald moment in hun leven. Wederkerigheid is voor mij een heel belangrijk uitgangspunt daarbij. Deze keer doe jij iets voor iemand, we kunnen allemaal op een moment in ons leven degene zijn die een steun in de rug of een zetje kunnen gebruiken.
We doen het ook in de manier waarop we in de planning rekening houden met vrouwen. We vinden het met zijn allen nog zo logisch om voor bijeenkomsten rekening houden met de tijden waarop vrouwen kunnen, en dan doel ik op de schooltijden. Ik vind dat niet logisch, zo houden we het toch met zijn allen in stand? Ik heb ooit een keer tijdens een bijeenkomst met vrouwen in Enschede waar ik sprak een heel duidelijk voorbeeld gesteld: ik sta hier nu ook, terwijl ik ook een kind heb. De vrouw tegen wie ik dat zei pikte dat zó goed op. Ik merkte dat ze het wel bevrijdend vond; het argument ‘ik kan niet vanwege de kinderen’ viel ineens weg. Er zijn manieren waarop je het kunt regelen: kinderopvang, je netwerk, familie, buren.
Wat gaf jou energie bij Carree?
Alles wat we bereikten. En voor mij lag dat vooral op het vlak van subsidies. Een jaar geleden bijvoorbeeld kregen we een toekenning van ZonMw: ons idee voor een project waarin sportieve meiden samen zouden gaan sporten met meiden met een vluchtelingachtergrond werd gehonoreerd. Een prachtig project dat nu loopt, waarin een groep meiden, een deel van hen met een vluchtelingachtergrond, al sportend hun netwerken voor elkaar ontsluiten en van elkaars leven en achtergrond leren. Dat project loopt in 5 regio’s in Overijssel.
En wat ik vooral heel stimulerend vond de afgelopen 4 jaar is de energie van de projectleiders. Ze gaan met zoveel passie en vasthoudendheid voor de projecten die ze leiden, en de doelen die ze daarin nastreven, samen met de vrijwilligers. Ik zei het al aan het begin, het is zonde dat ze tegenwoordig veel tijd moeten besteden aan het binnenhalen van gelden, in plaats van al hun energie steken in het project dat ze doen. Ook stimulerend vond ik de samenwerking met de bestuursleden, die belangeloos hun kennis en ervaring inzetten voor Carree. Ik voel hun passie bij het onderwerp, dat ze écht iets willen bereiken.
Met welke gedachte verlaat je Carree?
Ik denk aan twee dingen: ik hoop dat -net zoals nu- Carree een platform blijft, naast de projectenorganisatie. De functie van platform maakt Carree in mijn ogen zo krachtig. De krachten landelijk gebundeld via de Nederlandse Vrouwenraad en regionaal met een tiental aangesloten vrouwenorganisaties uit de regio. Dat grote netwerk maakt dat je elkaar makkelijk bereikt, elkaar kunt versterken en dat je projecten verder kunt brengen.
Ook denk ik dat het goed is dat Carree een platform specifiek voor vrouwen is en ook blijft. De thema’s waarin Carree werkzaam is kunnen natuurlijk soms net zo goed voor mannen gelden. Maar het maakt Carree wel uniek dat Carree deze thema’s juist met betrekking tot vrouwen op de kaart zet. Vrouwen hebben ook nog meer terrein te veroveren dan mannen. Als een man zich bezighoudt met de zorg voor de kinderen, bijvoorbeeld doordat hij een dag in de week minder gaat werken hiervoor, dan koesteren we dat. Voor vrouwen is het veel moeilijker geweest om het gebied van het werk buitenshuis te betreden, omdat ze veel weerstand tegenkwamen, dan het voor mannen is om het gebied van de zorg te betreden, die daar dan vooral complimenten voor ontvangen.
Dank je wel Ellen voor je openhartigheid in dit gesprek.
Heel veel succes in je nieuwe functie als Bestuurder bij Waterschap Vechtstromen.