Opvoeden met twee culturen, hoe doe je dat?

Een volle zaal bij Talk of the Town op dinsdagavond 4 juni. Vanavond gaat het gesprek over opvoeden in twee culturen. Waar loop je dan tegen aan? Dat vraagt moderator Gaetana Ferla samen met mensen uit de zaal aan de genodigden van deze avond: Asia, Guillaine en Ahmad.

Guillaine is geboren in Congo en woont sinds 2011 in Nederland. Ze heeft twee jonge kinderen. Er is veel verschil tussen Congo en Nederland, vertelt ze. In haar geboorteland zijn ouders strenger, en wordt de kinderen geleerd respect te hebben voor hun ouders en andere volwassenen. Iemand die dezelfde leefstijl heeft als je ouders beschouw je óók als ouders en daar luister je ook naar. Haar vader noemt ze lief én streng. Want hoewel hij zich soms streng opstelde als ze zich niet aan de regels hield, ze wist ook dat hij heel veel van haar hield en ze  werd in liefde opgevoed. Zo heeft ze zich kunnen ontwikkelen tot de persoonlijkheid die ze nu is. Ze probeert haar kinderen ook deze basis van respect en liefde mee te geven.
Guillaine zingt in een koor. Met de andere vrouwen van het koor praat ze wel eens over het verschil in opvoedcultuur tussen Congo en Nederland. Wat haar opvalt is dat Nederlandse kinderen thuis heel veel aandacht krijgen, maar niet altijd genoeg weten over de samenleving om zich daarin goed staande te houden.

Asia is geboren in Syrië en woont sinds 2016 in Heerde met haar ouders en 2 jongere zusjes. Ze denkt dat het voor haar ouders niet makkelijk is om hun kinderen op te voeden met twee culturen. Je wilt de goede dingen uit je eigen cultuur doorgeven, maar dat kan niet altijd als je in een andere cultuur terecht bent gekomen. Wat mooi is, zegt ze, is dat zij en haar zusjes in de nieuwe cultuur in Nederland meer ruimte ervaren om dingen te doen. Er is minder maatschappelijke druk om verantwoording af te leggen over wat je doet en met wie je omgaat. Dat maakt hen minder afhankelijk van hun ouders, die hoeven hen bijvoorbeeld niet altijd te brengen en te halen als ze ergens naar toe gaan. En ze merkt dat haar ouders hen hierdoor meer ruimte geven en minder bezorgd zijn.
Er is ook zoiets als een internationale cultuur, dat wat alle mensen verbindt, wil ze benadrukken. Er zijn immers heel veel overeenkomsten tussen alle culturen. De bijzondere plaats van opa’s en oma’s bijvoorbeeld. Dat heeft ze in beide culturen waarin ze leeft ervaren.
Diversiteit is één van Asia’s bijzondere interesses. Ze probeert veel over andere culturen te leren door films te kijken, en verdiept zich zo in andere culturen.

Ahmad is geboren in Irak en woont sinds 1994 in Nederland. Hij voedt zijn dochter al van kleins af aan alleen op, ze is nu elf jaar. Hij is een ‘mensenmens’: de mens komt voor Ahmad altijd op de eerste plaats, dan pas hun taal en cultuur. Hij vertelt dat toen hij nog in Irak woonde hij zag dat alles op de mannen was gericht. Dat maakte het voor vrouwen minder makkelijk om ergens naar toe te gaan. Dat is voor zijn dochter in Nederland heel anders. Hij stimuleert haar om veel dingen te doen, paardrijden, ballet, muziek. Zo wil hij haar de kans geven om zich tot een sociale, zelfstandige en sterke vrouw te ontwikkelen.
Binnen Irak zijn veel verschillen in cultuur, geloof en gebruiken. Dus ook in Irak had hij te maken met verschillende manieren van opvoeden. Eigenlijk net zoals er binnen Nederland ook verschillen bestaan tussen de gebieden. Je hebt dus eigenlijk altijd te maken met verschillen in cultuur als je met andere mensen omgaat.

Taal is belangrijk in de opvoeding. Ahmad en Guillaine spreken meerdere talen met hun kinderen. Natuurlijk Nederlands, als de moedertaal van hun kinderen die in Nederland opgroeien. Maar ook de taal waar ze zelf mee zijn opgevoed, zodat hun kinderen zich ook in de taal van het geboorteland van hun ouders kunnen redden. Want daar hebben ze ook familie met wie ze contact hebben.

Een vraag uit de zaal maakt duidelijk hoe ingewikkeld het kan zijn om op te voeden met twee culturen. De vraagsteller is een opa van twee jonge kinderen die een Nederlandse moeder hebben (zijn dochter) en een Keniaanse vader. Het stel is gescheiden, en de Keniaanse vader is teruggegaan naar Kenia. Hoe zorg je er nu voor dat de kinderen die in Nederland opgroeien voldoende kennis opdoen van de taal en cultuur in Kenia? Hét antwoord op deze vraag is er natuurlijk niet, maar ideeën zijn er wel: de kinderen aanmoedigen om met andere mensen uit Kenia om te gaan, jezelf te verdiepen in cultuuraspecten op het gebied van muziek, eten, taal, boeken etc. en de kinderen hierin meenemen. En culturele dagen bezoeken, waar je al deze dingen kunt ervaren. En dat laatste is natuurlijk niet alleen voor deze opa een manier om meer over de andere cultuur te weten te komen, maar voor iedereen!

Hoe staat het met werk, vraagt Gaetana? Steeds meer vrouwen werken. Hoe wordt of werd er in jullie geboorteland aangekeken tegen vrouwen die werken? De mentaliteit is langzaam aan het veranderen zegt Asia. Die schuift steeds meer op richting het combineren van gezin én werk. Een beetje stimulans is hierbij soms wel nodig. Ook voor de mannen, die dan meer zorgtaken op zich moeten nemen. Zodat mannen en vrouwen een nieuwe opvoedstijl ontwikkelen, waarbij zij zich samen verantwoordelijk voelen voor de opvoeding.

In de zaal zit iemand die vertelt dat ze in Egypte heeft gewoond en daar zag hoe jonge meiden nu een ander toekomstbeeld ontwikkelen dan hun moeders: minder kinderen, betaald werk en de zorg voor de kinderen delen met de mannen. Asia haakt erop in, en vertelt hoe het binnen haar familie per generatie verandert: haar oma heeft 7 kinderen en heeft alleen basisschool gehad, haar moeder heeft 3 kinderen is na de basisschool nog een aantal jaar naar school geweest. Asia zelf heeft een universitaire studie gedaan en heeft nog geen kinderen.
De boodschap is: je moet studeren, een beroep leren, om een toekomst te hebben. Want je moet voor jezelf kunnen zorgen, mocht je er alleen voor komen te staan.

De laatste vraag komt van Ada. Wat wil je beleidsmakers meegeven als het gaat om vrouwen en werk?
Asia trapt af: maak vrouwen bewust over hoe het kan voelen als je werkt, hoeveel het je kan brengen: meer contact met anderen, trots zijn op wat je doet, een inkomen verdienen. Maar realiseer je als beleidsmakers ook dat vluchtelingen soms psychische problemen hebben die ze niet durven te uiten. Hierbij hebben ze hulp nodig, want om te werken moet je wel stabiel zijn. Als projectleider van het project Wereldvrouwen begeleidt Asia vrouwen met een vluchtelingachtergrond om hun weg te vinden in Nederland, o.a. op het gebied van werk en ziet ze hier zelf veel voorbeelden van.
Guillaine vult aan: als vluchteling met een hoge opleiding heb ik een kans nodig. Want ook al wil ik heel graag en ben ik universitair geschoold, er lijkt een barrière te zijn waar ik niet doorheen kan komen. Er moet iets extra’s zijn, een kans, om ergens binnen te komen in een baan of een werkervaringsplek. En niet alleen voor mij natuurlijk, maar ook voor heel veel anderen. Guillaine is coach voor Vrouwenplatform Carree en in die rol ontmoet ze veel vrouwen die zo’n kans nodig hebben om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen.
Ahmad sluit af: toen ik in 1994 in Nederland kwam mocht ik tijdens het integratieprogramma niet werken, terwijl ik heel graag wilde. Dat was omdat ik eerst de taal moest leren. Kan dat niet anders? Ik wilde graag gelijk iets doen, en dat zou ook zo goed zijn voor de taalontwikkeling.
En ik kwam met diploma’s, maar die werden niet erkend in Nederland. Ook daar is verbetering mogelijk. Ik werk nu zelf voor vluchtelingenwerk en heb gezien dat het met de jaren steeds moeilijker is geworden voor vluchtelingen om bijvoorbeeld een stage te vinden. Je moet veel zelf doen, waar je vroeger meer hulp kreeg. Al deze dingen gelden voor mannen, maar zeker ook voor vrouwen.

Dank je wel Guillaine, Asia en Ahmed voor jullie boeiende verhaal!

 

 

Geplaatst in Nieuws.